Zelf de strijd aan met Google of de AP het voor u laten doen?

Op grond van artikel 17 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (‘AVG’) kan bij een verwerkingsverantwoordelijke, bijvoorbeeld Google, een verzoek worden ingediend betreffende de verwijdering van zoekresultaten. Diezelfde verordening verplicht de zoekmachine een beslissing te nemen op dat verzoek. In het geval dat het desbetreffende verzoek wordt afgewezen, zijn er twee verschillende routes die kunnen worden bewandeld: een civielrechtelijke en een bestuursrechtelijke.

 

Civielrechtelijke procedure

De eerste optie is het beginnen van een civiele procedure tegen Google. Voorafgaand daaraan kan een verzoek tot bemiddeling worden ingediend bij de Autoriteit Persoonsgegevens (‘AP’), waarna Google alsnog overstag kan gaan en een gerechtelijke procedure niet nodig is. Indien Google desalniettemin voet bij stuk houdt, kan naar de rechtbank worden gestapt. Er kan (zoals gewoonlijk in een civiele procedure) doorgeprocedeerd worden tot het Gerechtshof of zelfs de Hoge Raad. De hoogst haalbare uitkomst bij een dergelijke procedure is dat de rechter Google verplicht de zoekresultaten te verwijderen.

Ook in andere EU-lidstaten is een civiele procedure op grond van het recht om vergeten te worden mogelijk. Dit recht is ook vermeld in artikel 79 van de AVG. Het verschilt per staat of er een bemiddelingsprocedure (ook wel geschilbeslechtingsprocedure genoemd) beschikbaar is. In Nederland is de bemiddelingsoptie zelfs expliciet in de wet vastgelegd, in artikel 36 van de Uitvoeringswet AVG. In lidstaten als Spanje, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Denemarken wordt ook bemiddeling aangeboden, hoewel niet wettelijk vastgelegd. Net anders is het in België, Ierland en Frankrijk waar bemiddeling uitdrukkelijk een voorstadium van de klachtprocedure bij de autoriteit, de bestuursrechtelijke procedure, is die ten slotte kan leiden tot een gang naar de bestuursrechter.

 

Bestuursrechtelijke procedure

De klachtprocedure is de tweede optie om een zaak betreffende het vergeetrecht op te lossen. Op grond van artikel 77 en 78 AVG heeft iedere EU-burger het recht een klacht in te dienen bij een onafhankelijke toezichtinstantie respectievelijk het recht tegen de beslissing op de klacht in beroep te gaan. In deze situatie wordt derhalve na de afwijzing door Google ook naar de AP gegaan, maar ditmaal met een klachtmelding. Als de AP deze klacht afwijst, kan er bezwaar tegen die beslissing worden ingediend bij de AP zelf. Indien ook op dat bezwaarschrift afwijzing volgt, kan dat opgevolgd worden door een beroepschrift bij de bestuursrechter (waarna nog hoger beroep kan volgen bij de Raad van State, de hoogste bestuursrechter). De hoogst haalbare uitkomst in een bestuursrechtelijke procedure is dat de rechter de AP verplicht Google alsnog te gelasten de resultaten te verwijderen.

Aangezien de klachtprocedure is vastgelegd in de AVG, is een dergelijke procedure ook mogelijk in de andere EU-lidstaten. Er zijn kleine nuanceverschillen, maar de kern (het recht om te klagen) wordt niet aangetast. Zo zijn er in Nederland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Spanje, Italië, Denemarken en Oostenrijk twee gerechtelijke instanties beschikbaar na de afwijzing door een autoriteit, terwijl in Frankrijk en België er daarna slechts één beroepsinstantie openstaat.